Interview Marc Stabèl

In augustus 2016 verschijnt bij uitgeverij Citrovisie een nieuw Nederlands boek over de GS en GSA. In dit boek beschrijft auteur Marc Stabèl de geschiedenis van de Citroën GS en GSA.
GS-GSA boek cover standaard.indd
Dat is een bijzondere gebeurtenis waar we meer van willen weten, daarom stellen we hem een paar vragen:

Je hebt al eerder met Martijn Kok een boek over de GS en GSA geschreven (zie Types), waarom nog een boek en hoe is dat zo gekomen?GS-GSA_boekje
Laat ik voorop stellen dat ik toentertijd heel trots was op het boek. Het was voor zover ons bekend het eerste boek over de GS en GSA – de GS de mon Père kwam twee maanden later uit. Met de recensies had ik echter meer moeite; dat is altijd blijven jeuken. Dus toen Thijs van der Zanden zijn Visa-boek uitbracht, kreeg ik het idee dat de GS en GSA ook zo’n soort boek verdienden. En toen ik eenmaal bezig was met het nieuwe boek, kon ik me ook beter vinden in de kritiek op het oude boek. Martijn heeft bij het nieuwe boek ook een rol gespeeld, maar is vanwege tijdgebrek afgehaakt. Thijs heeft de lay-out gedaan en is op allerlei vlakken erg behulpzaam geweest.
Hoewel het onderwerp natuurlijk hetzelfde is en de historische feiten ook niet veranderd zijn, zijn beide boeken niet met elkaar te vergelijken. Niet alleen in presentatie (harde kaft, veel meer pagina’s, veel meer beeldmateriaal en full color gedrukt), maar ook inhoudelijk doordat er andere onderwerpen aan bod komen en er ten opzichte van het eerdere boek véél meer nieuwe informatie beschikbaar was die we konden gebruiken bij het samenstellen. Onder andere de archieven van Citroëns ontwerpstudio’s stonden tot onze beschikking. Ook de invalshoek waarmee het verhaal verteld wordt, is compleet afwijkend. Het nieuwe boek is daarmee absoluut ook interessant voor de mensen die het eerdere boek al hebben.

Hoe lang ben je er mee bezig geweest?
Met het idee al vanaf 2010; concreet vanaf september 2014 t/m begin juli 2016. Vooral de laatste maanden was het flink doorwerken, want de oorspronkelijke deadline was december 2016. We zijn dus vijf maanden ingelopen, overigens zonder dat dit ten koste is gegaan van de kwaliteit. We wilden het boek klaar hebben vóór het ICCCR, een mooi podium om een boek te presenteren. En tussendoor natuurlijk gewoon voor de klas.

Ben je tijdens het schrijven van het boek nog verrassende zaken tegengekomen waar je eerder geen weet van had?
Ja, heel veel. Vooral de foto’s van de ontwerpstudio’s hebben mij volledig verrast. Meer ga ik er niet over zeggen, anders bederf ik het voor de lezers.

Wat spreekt jouw zo aan in de GS/GSA? Wat vind je het mooiste type/uitvoering?
Nostalgie, mijn eigen jeugd….. Mijn ouders hadden een 75-er GSpécial. Dat heeft mijn keuze voor Citroën wel bepaald. Ik heb zelf van 1990 tot 2001 een GSA Club gereden. Die wagen bleek helaas niet meer te redden vanwege rotte kokerbalken. Mijn vrouw heeft het wel gezien na al die jaren, dus ik zal nog even moeten wachten op een GS Club Break in de kleur Bleu Delta.

Wat voor wagens heb je zelf?
Ik ben eigenlijk verkeerd begonnen: mijn eerste wagen was een DSpécial. Daar kan je als student van 19 jaar natuurlijk weinig mee, dus dat duurde helaas niet lang. Daarna kwamen de GSA Club, een BX 14 RE, een BX Break 16 TRI, een Xantia 1.6 Pallas en een Xantia Break 2.0. Momenteel rijd ik een C5 Break 2.0 (type 2).
Mijn GS/GSA-hobby beleef ik vooral door middel van miniaturen en folders. Zoals al eerder opgemerkt, ik moet mijn vrouw nog – of beter: wéér – overtuigen van het aanschaffen van een GS. Aan de andere kant moet ik ook mezelf overtuigen, want ik ben beslist geen sleutelaar……

Is er volgens jou sinds het eerste boek uit kwam iets veranderd in de waardering voor de GS/GSA? Hoe zie jij dat in de toekomst?
Ja, uiteraard. Daar wordt in het boek zeker bij stilgestaan. De modellen worden inmiddels veel meer gewaardeerd, maar dat heeft helaas ook alles te maken met schaarste. En dat vind ik eigenlijk wel jammer, want dan gaat het uiteindelijk toch weer om geld. Ik heb persoonlijk veel meer waardering voor mensen die de modellen van meet af aan al de moeite waard vonden.

Ben je eigenlijk lid van de vereniging?
Ik ben lid geweest vanaf Gazette nummer 8 (1991) t/m nummer 70 (begin 2006). Gedurende die tijd heb ik regelmatig stukjes geschreven voor de Gazette.
En in verband met de vraag hierboven: ik heb in dat laatste nummer ook aangegeven dat de vereniging best wat trotser mag zijn op haar wagens. Wat dat betreft, is de slogan ‘Tribut à une voiture méconnue’ (eerbetoon aan een miskende wagen) echt achterhaald; toen al. En die slogan staat tien jaar later nog steeds op de site! Ik zou nogmaals willen zeggen: weg ermee en vervangen door iets positievers!

Marc Stabèl